Het principe van de IC-brander is om de opslageenheid op de IC-chip te verbranden door middel van een specifiek stroomsignaal. Tijdens het brandproces stuurt de besturingseenheid signalen naar de brander volgens het vooraf bepaalde programma, en de brander genereert overeenkomstige stroom volgens deze signalen om het branden van de chip te voltooien.
Het brandapparaat communiceert met name met de doelchip via een geschikte interface (zoals een JTAG- of SWD-interface), draagt binaire gegevens over naar de chip en krijgt via de geheugeninterface toegang tot het niet-vluchtige geheugen (zoals flashgeheugen of EEPROM) op de chip. Ten slotte schrijft het de gegevens naar het geheugen van de chip.
De functie van een IC-brander is om programmacode of gegevens in een IC-chip te schrijven, zodat deze specifieke functies kan uitvoeren. In het productieproces van elektronische producten heeft de besturingschip aanvankelijk geen programma en moet deze via een brander in de chip worden geschreven, zodat deze bewerkingen kan uitvoeren volgens de ontworpen functies. Dit proces zorgt voor de normale werking en functierealisatie van de microcontroller.
De functies van de brander omvatten met name:
Specifieke functies realiseren: Door te branden kunnen verschillende programmacodes in de chip worden geschreven om de chip verschillende functies te laten uitvoeren
Optimaliseer de prestaties: Tijdens het brandproces kunnen parameters worden ingesteld, zoals coderingsparameters, om de veiligheid van het programma te beschermen
Verbeter de gebruikerservaring: Burning kan ook bestanden zoals lettertypen, afbeeldingen, beltonen, animaties, enz. in de chip opslaan, waardoor de functies en de gebruikerservaring van elektronische producten worden verbeterd
Zorg voor stabiliteit en veiligheid: het brandproces zorgt voor de betrouwbaarheid van de gegevensoverdracht en garandeert de nauwkeurigheid van de gegevens door middel van controle van de controlesom.